Disruptie. Het is een term die steeds vaker wordt gebruikt om aan te geven dat organisaties grote en ingrijpende veranderingen doormaken. Dat geldt zeker voor de financiële sector. Daar zorgen technologische innovaties, nieuwe wet- en regelgeving en maatschappelijk veranderingen voor de nodige disruptie. ‘De financiële wereld krijgt te maken met een uitdijend digitaal ecosysteem met hoge eisen in de betrouwbaarheid en tegelijkertijd flexibiliteit in het meegaan met innovaties’, stelt Maarten Kok, accountmanager Eurofiber, vast.
Wetgeving noopt tot verandering
De ontwikkelingen in de financiële sector gaan in een hoog tempo. Niet alleen in technologisch opzicht: ook de wetgever is verantwoordelijk voor de nodige veranderingen. Een goed voorbeeld hiervan is de Payments Service Directive 2 (PSD2), een Europese richtlijn waarmee binnen de Europese Unie aanbieders van betaaldiensten worden gereguleerd. De regelgeving maakt het mogelijk voor rekeninghouders om andere financiële dienstverleners dan hun eigen bank toegang te geven tot hun betaalrekening en -gegevens. Maarten Kok: ‘Banken worden mede hierdoor geconfronteerd met de potentiële komst van nieuwe concurrentie. Zoals zogenoemde ‘fintech’-partijen: organisaties die technologie als basis hebben voor hun financiële dienstverlening. Het is dan ook niet vreemd dat steeds meer banken medewerkers stimuleren om binnen de organisatie met hun eigen startup-ideeën en – initiatieven te komen. Die kunnen weer in de markt worden gezet met uiteraard de nodige steun van de banken zelf.’
Tegelijkertijd scherpt de wetgever de privacyregelgeving op het gebied van dataverwerking aan. Voor banken betekent het onder andere dat zij – tenzij de klant daar vooraf toestemming voor geeft – geen klantdata mogen analyseren en gebruiken om bijvoorbeeld producten op maat aan te bieden. De PSD2-richtlijn creëert – in combinatie met de jongste privacywetten – voor banken een spanningsveld waar zij een jaar of tien geleden nog niet aan konden denken.
Opkomst nieuwe digitale diensten
Ook de recente maatschappelijke en geopolitieke ontwikkelingen zorgen voor de nodige veranderingen binnen de financiële sector. De kredietcrisis van zorgde bijvoorbeeld voor een negatief sentiment ten aanzien van organisaties als banken en andere financiële dienstverleners. Kok: ‘Het gaf een verdere impuls aan de opkomst van crypto-valuta zoals de bitcoin, en nieuwe partijen die dergelijke dienstverlening mogelijk maken. Waarbij digitale transacties volledig buiten de reguliere bancaire kanalen gaan. En zonder dat de traditionele toezichthouders er direct zicht op hebben. Maar de digitalisering maakt ook andere zaken mogelijk. Denk aan het openen van een beleggersrekening en het daarop uitvoeren van transacties, zoals het aankopen van aandelen. Dat is nu binnen een paar minuten te regelen: van het openen van de rekening tot de transactie zelf. Het zorgt ervoor dat consumenten sneller en makkelijker toegang krijgen tot transacties tegen een aantrekkelijk tarief.
Direct payments
Wie de verschillende onderzoeken en rapporten over de toekomst van het betalingsverkeer leest, ontkomt niet aan de conclusie dat digitale transacties nu al de overhand hebben. Maarten Kok: ‘Er is wereldwijd nog steeds een grote groep die geen gebruik maakt van bancaire diensten. Het aanbieden van laagdrempelige toegang tot digitaal betalen creëert mogelijkheden voor die groepen om toch deel te nemen aan het financiële ecosysteem. Als je bijvoorbeeld naar China kijkt, dan zie je dat minder bedeelden daar ook al een digitaliseringsslag hebben gemaakt. In plaats van hun hand op te houden, geven zij je een kaartje met daarop een QR-code. Als je die vervolgens met de smartphone inscant, dan kun je hem of haar direct een bedrag doneren.
DNB waarschuwt voor netwerkverstoringen
De opmars van, directe, digitale betalingen heeft echter ook schaduwkanten, zo waarschuwt De Nederlandsche Bank in zijn rapport ‘Toezicht Vooruitblik’ Onder het kopje ‘Risico’s, uitdagingen en trends in de Nederlandse financiële sector’ stelt DNB dat ‘cyberaanvallen en IT-verstoringen een belangrijk risico vormen dat veel aandacht van het toezicht vraagt. Vooral banken en betaalinstellingen worden hierdoor geraakt. Door de voortgaande digitalisering van de systemen van financiële instellingen wordt ook de impact van IT-verstoringen steeds groter.’
‘De analyse van De Nederlandsche Bank slaat de spijker op de kop’, zegt Maarten Kok. ‘Bij dit soort innovatieve ontwikkelingen zijn er altijd schaduwzijden die de aandacht vragen. Zonder goede, betrouwbare en veilige netwerkverbindingen loop je het gevaar verstoringen in het transactieverkeer te krijgen. De gevolgen daarvan gaan verder dan het mislopen van omzet. Een financiële instelling krijgt bijvoorbeeld ook te maken met imago- en reputatieschade en daarop volgend het verliezen van klanten. Connectiviteit kun je daarom gerust de hoeksteen van de financiële digitale innovatie noemen. Wij zien gelukkig dat organisaties in de financiële sector dat cruciale onderdeel steeds serieuzer nemen. Het vertaalt zich bijvoorbeeld in een grote belangstelling voor ons glasvezelnetwerk en onze diensten. Niet alleen omdat het Eurofiber-netwerk al in de basis zo veilig mogelijk is aangelegd. Het feit dat wij een open model hebben, wordt eveneens gewaardeerd. Wij leggen organisaties niet op dat zij bij ons additionele diensten moeten afnemen. Het staat hen vrij om daar een eigen keuze in te maken.’
Directe veilige koppelingen naar de cloud
De toenemende populariteit van cloud computing in de financiële sector zorgt er daarnaast voor dat organisaties een veilige en betrouwbare verbinding met de diverse cloud platformen willen. Maarten Kok: ‘Wij bieden hen daarvoor onze Secure Cloud Connect-dienst. Daarmee hebben zij buiten het publieke internet een veilige, private, verbinding met de belangrijke cloud platformen. Daarmee behouden organisaties de volledige controle over het netwerk, zonder aan flexibiliteit in te boeten. En dat laatste aspect wordt de komende tijd alleen maar crucialer. In een snel veranderende wereld, moet je als financiële organisatie zo wendbaar mogelijk zijn, zonder dat het ten koste gaat van de betrouwbaarheid en veiligheid van de dienstverlening.’