Graafschade. Het is één van de incidenten waar niemand mee te maken wil hebben. Helaas kan het gebeuren dat bij graafwerkzaamheden per ongeluk glasvezelkabels worden beschadigd. Met als gevolg slechte of zelfs verbroken netwerkverbindingen. Medewerkers van Eurofiber houden in het Network Monitoring Center (NMC) continu de vinger aan de pols van het landelijk dekkend glasvezel netwerk. En zorgen ervoor dat eventuele graafschade zo snel mogelijk wordt verholpen.
KLIC-melding
In het NMC van Eurofiber gaan direct de alarmbellen af als er graafschade is, zegt Peter Castenmiller, die leiding geeft aan het vijftien mensen sterke team dat in ploegendiensten het NMC bemant. ‘Laat ik vooropstellen dat iedereen probeert te voorkomen dat er schade aan kabels, van glasvezel tot elektriciteit, ontstaat door graafwerkzaamheden. Het is in Nederland bij de wet geregeld dat wie wil gaan graven daar eerst een zogenoemde ‘KLIC-melding’ bij het Kadaster moet maken. Die instantie laat vervolgens weten of en welke kabels en leidingen op de bewuste locatie in de grond zitten. Maar soms komt het voor dat een bedrijf aan het graven is, toch per ongeluk een kabel of leiding raakt.’
Vinger aan de pols in het NMC
Bij een graafincident krijgen de medewerkers van het Eurofiber NMC direct een melding. Als het gaat om een eigen dienst, zoals Ethernet VPN, wordt een verstoring automatisch op de schermen getoond. Gaat het om dark fiber-verbindingen die een organisatie zelf belicht en beheert, dan komt de melding van de klant zelf. ‘Zodra wij bij benadering weten waar de storing is, kunnen wij bepalen welke klanten wel of niet geraakt zijn’, aldus Castenmiller. ‘En dan kunnen wij hen informeren over het verloop van de herstelwerkzaamheden. Dat doen wij elk uur, via mail of telefonisch. Zodat zij weten waar wij in het herstelproces zitten. Wij gaan door totdat het opgelost is, al duurt dat tot drie uur ’s nachts.’
Waar zit de kink in de kabel?
Ondertussen begint in het NMC het speurwerk. Peter Castenmiller: ‘Wij willen weten waar de letterlijke kink in de kabel zit. Om dat te vinden, gebruiken wij eerst een kruispeiling op het netwerk. Daarmee kunnen wij de geografisch locatie van de verstoring vinden. Vervolgens passen wij een technologie, Optical Time Domain Reflection geheten, toe waarmee de exacte plek is op te sporen. Het is een technisch verhaal, maar het is gebaseerd op het feit dat licht met een bepaalde snelheid door een glasvezel gaat. Je stuurt vanaf het begin van de glasvezelverbinding een pulsje. Elke onzuiverheid en breuk in de verbinding zorgt ervoor dat het licht ‘terugkaatst’ naar het beginpunt. De tijd die dat duurt, zegt op welke afstand van het beginpunt de breuk zit. Dan voeren wij dat in ons geografisch informatiesysteem en kunnen wij de monteur naar de exacte locatie, bijvoorbeeld op 7,3 kilometer afstand van het beginpunt van de meting, sturen.’
Herstelwerkzaamheden
Als de storingsmonteur op de exacte locatie van de graafschade is gearriveerd, is het startschot gegeven voor de herstelwerkzaamheden. Peter Castenmiller: ‘De storingsmonteur gaat daar op zoek naar zichtbare verstoringen in de bovengrond. Als die eenmaal is gevonden, dan beginnen de herstelwerkzaamheden. Eerst wordt de schadeplek vrij gegraven, zodat je de buis kunt zien en beetpakken. Vervolgens lokaliseer je de twee eindpunten van de buis en wordt de glasvezelkabel eruit getrokken. De buis wordt gerepareerd, een nieuwe glasvezelkabel wordt er doorheen geblazen en ten slotte worden de glasvezelkabels weer aan elkaar gelast.’
Eindcontrole
Zodra de werkzaamheden op locatie zijn afgerond, testen de Eurofiber-medewerkers testen vanuit het NMC of de verbinding inderdaad weer optimaal werkt. Castenmiller: ‘Wij kijken bijvoorbeeld of de demping gelijk is aan wat het voor de verstoring was. Licht dat door een glasvezelkabel gaat, verliest aan kracht naarmate het verder reist. Ook tussentijdse lassen zorgen voor vermindering van de ‘optische power’. Dat noemen wij demping. Als de demping niet op de oude waarden zit, dan gaan wij verder troubleshooten. Als de verbinding weer optimaal werkt, dan nemen wij contact op met de klanten om te verifiëren dat ook bij hen weer alles werkt.’
Binnen acht uur verholpen
‘Eurofiber streeft een zo kort mogelijke onderbreking in zijn glasvezelnetwerk na. Wij garanderen onze klanten dat verstoringen binnen acht uur zijn verholpen. Dat lukt ons in 95 tot 99 procent van de gevallen. De keren dat dat niet gaat, zijn terug te voeren op externe partijen. Wij maken bijvoorbeeld weleens mee dat er een aannemer op een bouwterrein om vijf uur ’s middags doorgeeft dat hij een kabel heeft geraakt. Op dat tijdstip zijn de bouwvakkers echter al naar huis en is er niemand die het hek van het bouwterrein voor ons kan openmaken. Dat levert vertraging op. Het komt ook voor dat er een hoogspanningskabel in dezelfde kabelgeul als onze kabels ligt. Dan moet eerst de stroom eraf en dat duurt soms helaas wat langer. Je bent dan immers afhankelijk van een derde partij zoals een bouwbedrijf of een netbeheerder.’
Onvoorziene omstandigheden
Soms zijn de oorzaken van een verstoring in de verbinding wat minder voor de hand liggend dan een ongelukje bij het graven in de grond. Peter Castenmiller heeft daar wel een voorbeeld van: ‘Zo was er eens een incident bij een zendmast midden in een bos. De glasvezelkabel die daar naar toe liep, was kapot gegaan op zo’n 400 meter van de zendmast. Onze monteur liep daar door het bos, maar zag geen verstoring van de grondlaag. Wat bleek nou: het was een al wat oudere kabel met een metalen kern om de buis te verstevigen. Tijdens een recent onweer was de bliksem in de zendmast geslagen, waardoor de kabel bijna letterlijk ‘verdampt’ was door de inslag. Tja, dat kun je niet zien aankomen.’
Blijf op de hoogte rondom alle ontwikkelingen
U ontvangt de nieuwsbrief 1 keer per maand.