Met een totale lengte van 70.500 kilometer biedt het hoogwaardige glasvezelnetwerk van Eurofiber landelijke dekking in Nederland en België. Het netwerk heeft daarnaast een verbinding met de Duitse havenstad Hamburg. Organisaties vertrouwen erop dat hun netwerkverbindingen altijd goed functioneren. Om dat te bewerkstelligen, heeft Eurofiber een state of the art Network Monitoring Center (NMC). Daar wordt het volledige netwerk continu in de gaten gehouden.
24/7 en 365 dagen per jaar
‘In totaal zijn er zestien mensen in ploegendiensten 24 uur per dag, zeven dagen per week en 365 dagen per jaar in het NMC actief’, legt Nick Vaes, manager van het Network Monitoring Center, uit. ‘Zij werken vanuit één van onze datacenters, waar alle voorzieningen volledig redundant zijn uitgevoerd. Dat is een absolute voorwaarde om altijd ongestoord te kunnen doorwerken.’ De medewerkers zijn stuk voor stuk gecertificeerde specialisten, aldus Vaes. ‘Ook daarin doen we geen enkele concessie. Zij moeten immers in staat zijn om de juiste analyse te maken van een storing en vervolgens direct de juiste actie te ondernemen. Ook zijn zij het aanspreekpunt voor onze klanten als het gaat om technische zaken van uiteenlopende aard. Wij lossen hier alles op: van relatief simpele technische vragen tot zeer ingewikkelde zaken.’
Continue bewaking
Wie het NMC na strenge toegangscontroles betreedt, ziet een wand vol met grote schermen waarop de actuele stand van zaken van het gehele glasvezelnetwerk en diensten van Eurofiber is te zien. Vaes: ‘Elk scherm toont een bepaald segment, dat kan een locatie of een specifieke dienst zijn. Met behulp van onder andere ons Remote Fiber Test System (RFTS) meten wij continu of ons glasvezelnetwerk goed functioneert. Is dat het geval, dan staan alle seinen letterlijk op groen. Zodra er iets oranje of rood kleurt, dan maakt het systeem automatisch een ticket aan. Vervolgens analyseren onze medewerkers het incident en bekijken wat er precies aan de hand is. Dat kan bijvoorbeeld een hardware probleem zijn of een toevallige beschadiging van onze kabels door een graafactie. Uiteindelijk zorgen wij ervoor dat de hardware ter plaatse wordt vervangen of dat de beschadigde kabels worden gerepareerd. En soms is er sprake van een vals alarm: in zo’n geval kijken wij hoe we dat soort meldingen voortaan kunnen voorkomen. Overigens komt het verhoudingsgewijs steeds minder voor dat er incidenten zijn. En dat valt mij erg mee, gezien de omvang van onze netwerkinfrastructuur.’
Direct de exacte locatie weten
Eurofiber houdt een nauwkeurige administratie bij van zijn volledige netwerk. Dat levert in de praktijk ook voor het Network Monitoring Center grote voordelen op, zegt Nick Vaes. ‘In combinatie met het Remote Fiber Test System weten wij daardoor tot op de meter nauwkeurig waar er iets mis is. En dat stelt onze vaste reparatieploegen in staat om snel op de exacte locatie te werk te gaan. Zo houden wij de reparatietijden zo kort mogelijk
Big data en intelligente applicaties
Het NMC van Eurofiber blijft zich verder ontwikkelen, stelt Vaes. ‘Laat ik wel voorop stellen dat de menselijke factor altijd belangrijk blijft. Maar als ik kijk naar de nabije toekomst, dan zullen wij nog veel meer gebruik gaan maken van de beschikbare informatie die wij over de actuele staat van ons netwerk binnen krijgen. Een voorbeeld: nu reageren wij vaak pas als er een incident is. Gebruikmakende van de data en intelligente applicaties, zullen wij echter in staat zijn om te voorspellen waar en wanneer er zich een probleem aandient. Een ander voorbeeld is het verder optimaliseren en automatiseren van de analysefase van een ticket. Daarmee zullen wij in staat zijn om tijd te winnen op de totale reparatietijd. Wij werken er hard aan om dat zo snel mogelijk realiteit te laten worden.’
Veilig
De technologie biedt veilige communicatie in twee richtingen, mobiliteit en locatiediensten. Het belooft naadloze interoperabiliteit tussen slimme dingen zonder dat er lokaal allerlei complexe installaties hoeven plaatsvinden. Dankzij het lage stroomverbruik, lage kosten ten opzichte van andere technologieën en de mogelijkheid om eigen, veilige netwerken aan te leggen, kan een LoRa-netwerk (wan) het vliegwiel voor het internet of things (IoT) zijn.
De architectuur van LoRa bestaat uit gateways, netwerkservers en applicatieservers. Er worden radio frequency chips (rfid) gebruikt die een spread spectrum uitzenden. Spread spectrum is een vorm van draadloze communicatie waarbij de energie van het uitgezonden signaal met opzet verspreid wordt over een bepaald frequentiedomein. Zulke signalen hebben een veel grotere bandbreedte dan de informatie die ze bevatten, waardoor een ruisachtig signaal ontstaat dat moeilijk te detecteren of te onderscheppen is. Bovendien is het lastig om een spread spectrum signaal te verstoren met een ander signaal. Door deze eigenschappen is spread spectrum ideaal voor toepassingen en omgevingen waar een grote betrouwbaarheid van het signaal gewenst is.
Beter inzicht
LoRa is bijzonder geschikt voor bijvoorbeeld smart cities. Een gemeente heeft talloze specifieke toepassingen die vaak niet onderling met elkaar verbonden zijn. Parkeermeters, verkeersregelinstallaties, locatiemonitoring voor ambulances, brandweerwagens en politieauto’s, luchtbehandeling in scholen en overheidsgebouwen, publieke voorzieningen en de lijst gaat nog wel even door. Met LoRaWAN hebben gemeenten een goede mogelijkheid om hun talloze IoT-applicaties samen te brengen tegen een betaalbaar tarief. Met alle data die uit LoRa-sensoren komen, gecombineerd met de informatie uit samengevoegde systemen, heeft een gemeente een goed beeld waar de behoefte van de burger ligt en hoe het belastinggeld optimaal kan worden gespendeerd. Zo kunnen ondergrondse afvalcontainers worden uitgerust met sensoren die een seintje geven als de container vol is. De vuilnisdienst kan vervolgens heel gericht en efficiënt de containers legen.
Open IoT-netwerk
Een goed voorbeeld van een LoRa-netwerk is The Things Network in Amsterdam. In de zomer van 2015 werd dit netwerk in anderhalve maand gerealiseerd door middel van crowd sourcing. Het netwerk bestaat uit tien zendmasten die op verschillende plaatsen in de hoofdstad staan opgesteld om zo een dekkend netwerk te krijgen. Het netwerk is opgezet door de gelijknamige organisatie. Zij willen ‘overvloedige dataconnectiviteit bieden voor het IoT, zodat applicaties en bedrijven kunnen floreren’. Belangrijk aan The Things Network is dat het een open netwerk is. De organisatie gelooft dat innovatie zal opbloeien als het netwerk volledig open en gratis is. Het netwerk kan te gelde worden gemaakt door de diensten die erop gedraaid kunnen worden. De organisatie vergelijkt het met een stoep waarop je loopt. Je betaalt niet voor het lopen op die stoep, maar je betaalt voor de lekkere pizza die op straat wordt verkocht. The Things Network is momenteel beschikbaar in 44 steden wereldwijd en wordt steeds verder uitgebreid.
Blijf op de hoogte rondom alle ontwikkelingen
Je ontvangt de nieuwsbrief 1 keer per maand.