Geen incidenten
Geen incidenten
IP-adressen

Opdroging IPv4-adressen staat innovatie in de weg

Apparaten en diensten die op het internet zijn aangesloten, hebben een IP-adres nodig. Met dat adres zijn zij te vinden en kunnen zij ook aan het internetverkeer deelnemen. Het slechte nieuws is dat er wereldwijd nagenoeg geen beschikbare adressen meer zijn. Dat ligt aan de verouderde standaard IPv4. De acceptatie van de opvolger, IPv6, blijft tegelijkertijd achter. Dat levert een noodsituatie op, volgens deskundigen.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte rondom alle ontwikkelingen

U ontvangt de nieuwsbrief 1 keer per maand.We helpen u graag verder.

Apparaten en diensten die op het internet zijn aangesloten, hebben een IP-adres nodig. Met dat adres zijn zij te vinden en kunnen zij ook aan het internetverkeer deelnemen. Het slechte nieuws is dat er wereldwijd nagenoeg geen beschikbare adressen meer zijn. Dat ligt aan de verouderde standaard IPv4. De acceptatie van de opvolger, IPv6, blijft tegelijkertijd achter. Dat levert een noodsituatie op, volgens deskundigen.

‘Gevaar voor innovatief vermogen’

Experts – zoals SIDN, de beheerder van het .nl domein – hebben onlangs de noodklok geluid. Het tekort aan IPv4-adressen kan volgens hen zelfs het innovatieve vermogen van bedrijven en overheden in de weg staan. Het antwoord op deze noodsituatie is er al in de vorm van IPv6, een standaard die een veel grotere hoeveelheid IP-adressen mogelijk maakt. Een tussenoplossing voor wie niet volledig wil overschakelen op IPv6, is de zogenoemde ‘dual stack’-faciliteit. Hiermee wordt zowel IPv4- als IPv6-verkeer herkend en ondersteund.

Implementatie IPv6 blijft achter

Desondanks loopt het nog steeds niet storm met de implementatie van IPv6. Zo laat een actueel overzicht gemaakt door Google zien dat er momenteel slechts 13,72 procent van de Nederlandse internetgebruikers een IPv6 adres gebruiken. Dat ligt elders hoger, zoals in Duitsland (39,2 %), India (33,62 %) en de Verenigde Staten (33,92 %). Al met al blijft de acceptatie van IPv6 achter, constateert ook Hessel Idzenga, manager Design and Architecture bij Eurofiber: “Het is eigenlijk een kip-ei situatie. Bedrijven, consumenten en overheden zien de noodzaak niet om naar IPv6 te migreren. Het werkt immers toch? Dat zorgt ervoor dat veel operators en internet service providers zich ook niet genoodzaakt zien om op IPv6 over te stappen. Zo blijft men op elkaar wachten. Totdat de stabiliteit van het internet in het geding is en er daadwerkelijke problemen komen.”

Overstappen relatief eenvoudig

Idzenga ziet dat er bij grotere ondernemingen ook de nodige koudwatervrees is, als het gaat om IPv6: “Met name de IT-afdelingen zijn bang dat overstappen van IPv4 naar IPv6 complex en kostbaar is. In de praktijk valt het echter erg mee. In principe ondersteunt de meeste hardware vanaf circa 2011 beide standaarden, waardoor er alleen erg verouderde apparatuur moet worden vervangen. De migratie zelf is een kwestie van enkele instellingen in het netwerk, zoals in routers en firewalls, veranderen.”

Op dit moment is de relatief langzame acceptatie van IPv6 een gegeven, erkent Hessel Idzenga. “Daar zal de komende tijd wel verandering in komen, gezien het feit dat er geen IPv4-adressen meer te vergeven zijn. Die situatie is er niet bij IPv6. Standaard krijgen onze klanten een zeer grote hoeveelheid IPv6-adressen en één bruikbaar IPv4-adres. Wij als Eurofiber zien ons ook genoodzaakt om IPv4-adressen voor onze klanten op de vrije markt te kopen en aan hen door te belasten.”

‘Vraag om dual stack’

In de tussentijd is het zaak voor organisaties om in ieder geval rekening te houden met het feit dat de volledige overstap naar IPv6 geen kwestie is van ‘of’ maar alleen van ‘wanneer’. Om daarop voorbereid te zijn, adviseert Idzenga om in de eerste plaats te checken of de aanbieder van connectiviteit en internettoegang ‘dual stack’ aanbiedt. “Daarmee is een deel van de toekomstbestendigheid al gewaarborgd. Vervolgens is het zaak om te inventariseren welke apparatuur en diensten nog louter via IPv4-netwerk communiceren. En daarna is het een kwestie van de koudwatervrees te overwinnen en de stap naar IPv6 te zetten.”

Laatste IPv4-adressen uitgedeeld

Het nieuws over het tekort aan IP-adressen is niet nieuw. Al in 2011 werd dit voorzien. De 32-bits IPv4-standaard stamt namelijk uit 1981 en voorziet in maximaal 4.294.967.296 adressen. Dat lijkt veel, maar de snelle mondiale groei in internetgebruik heeft ervoor gezorgd dat wij dat maximum al hebben bereikt. Sterker nog: in april 2018 zijn de laatste vrije IPv4-adressen\ uitgedeeld door de Regional Internet Registry Europe (ook bekend als RIPE). Terwijl het internetgebruik alleen maar blijft stijgen. Met dank aan ontwikkelingen als Internet of Things, waardoor er de komende jaren miljarden apparaten direct aan het internet worden gekoppeld. En dat is niet meer op te vangen met bestaande lapmiddelen voor IPv4, zoals Network Adress Translation (NAT) waarmee meerdere apparaten achter één IP-adres kunnen ‘verschuilen’.

De 128 bits IPv6-standaard, ontworpen in 1998, moet onder andere dat probleem ondervangen. Allereerst biedt het een bijna onuitputtelijk aantal IP-adressen: 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 om precies te zijn. Verder zijn zaken als security, routing en netwerkconfiguratie beter geregeld.